Een (tussentijdse) verhoging van de opgebouwde pensioenen is goed nieuws voor (niet-actieve) deelnemers en gepensioneerden. Een verhoging past bij onze doelstelling om een waardevast pensioen te bieden. Bij elk besluit kijken we naar de gevolgen voor alle deelnemers. Is het besluit eerlijk voor iedereen? Dat doen we nu ook. Want het effect van de verhoging per 1 juli 2022 verschilt per generatie. Het plan is om op 1 januari 2026 over te gaan naar het vernieuwde pensioenstelsel. Daarom kijken we naar de effecten van ons besluit tot en met dat moment.
We zien 2 effecten door de tussentijdse verhoging van de pensioenen:
Het effect van de verhoging van de pensioenen per 1 juli 2022 verschilt afhankelijk van de leeftijd (en de pensioenopbouw) van de deelnemer. Hoe ouder de deelnemer (en hoe groter het opgebouwde pensioen), hoe positiever het effect. Hoe jonger de deelnemer (en hoe kleiner het opgebouwde pensioen), hoe negatiever het effect.
De onderstaande grafiek toont het effect van de tussentijdse verhoging per 1 juli 2022 op de pensioenuitkeringen en de pensioenvermogens op het moment van overgang naar het vernieuwde stelsel. In de grafiek zijn de effecten afgezet tegen de leeftijd. Dit is een verwachting op basis van wat we nu weten. Het precieze effect is afhankelijk van de economische ontwikkelingen tot het moment waarop we overgaan naar het vernieuwde pensioenstelsel. Daarom laat de grafiek een bandbreedte zien waarbinnen het effect zeer waarschijnlijk (90%) zal liggen.