• Contact

‘Het vernieuwd pensioen van bpfBOUW geeft meer ruimte om te verhogen’

20 februari 2025

BpfBOUW is klaar voor de volgende fase op weg naar het vernieuwd pensioen. Op 1 januari 2026 maakt het fonds de overstap naar de vernieuwde regels. Volgens Eline Lundgren, voorzitter van bpfBOUW, ligt het fonds op koers. 

De werkgevers- en werknemersorganisaties (de sociale partners) in de bouw hebben enkele maanden geleden het transitieplan voor de bouw gepubliceerd. We hebben daarover geschreven op bpfbouw.nl. In dit plan staan de afspraken van sociale partners over het vernieuwde pensioen. Het plan is een opdracht van de sociale partners aan bpfBOUW om een vernieuwde pensioenregeling uit te voeren.

De afgelopen maanden toetste bpfBOUW of het de afspraken kan uitvoeren en of de afspraken voor alle deelnemers en gepensioneerden uitpakken zoals de sociale partners dat hebben bedoeld. Eline Lundgren is heel tevreden met het resultaat. “In het transitieplan houden de sociale partners vast aan de goede elementen die ons pensioen nu heeft. En ze maken gebruik van vernieuwingen waar dat nodig is.”

Goede en acceptabele premie

De bpfBOUW-voorzitter zegt dat een goede pensioenpremie de basis vormt van een goede pensioenregeling. Voor de werkgeversorganisaties was het ook belangrijk dat in het transitieplan zou staan dat de pensioenpremies niet gaan stijgen, zodra bpfBOUW overstapt op het vernieuwd pensioen. “Hier hebben we ons hard voor gemaakt. We willen een goede, vernieuwde pensioenregeling en daarnaast willen we een acceptabele premie afdragen. En dat is gelukt”, zegt George Raessens, vicevoorzitter van werkgeversorganisatie Bouwend Nederland.

De werkgevers betalen ongeveer 2/3 van de pensioenpremie en de werknemers het resterende deel. 

Van links naar rechts: Eline Lundgren van bpfBOUW en de vertegenwoordigers van de sociale partners George Raessens (vicevoorzitter Bouwend Nederland), Hans Crombeen (FNV-bestuurder) en Gijs Lokhorst (CNV-bestuurder)

De premie en je pensioenpot

De vernieuwde regeling blijft solidaire elementen bevatten.  Deelnemers en gepensioneerden blijven risico’s met elkaar delen. BpfBOUW belegt het geld dat werkgevers en werknemers betalen en de opbrengsten daarvan gaan naar de pensioenen. Het geld dat jouw werkgever en jijzelf maandelijks opzijzetten voor je pensioen komt straks in jouw pensioenpot. Dat geeft beter zicht op hoeveel kapitaal er voor je pensioen is. Als je met pensioen gaat, betaalt bpfBOUW elke maand je pensioen uit jouw pensioenpot.

De hoogte van je pensioenpot gaat meer schommelen. Dat is nieuw. Het hangt samen met de beleggingsopbrengsten. Zijn die goed, dan gaat je pensioenpot omhoog. En als het tegenzit, daalt die. Ben je met pensioen, dan kan het pensioen dat je ontvangt hierdoor per jaar schommelen. We nemen maatregelen om grote schommelingen te voorkomen. Er is een buffer en we spreiden de beleggingsopbrengsten over drie jaar. Dat maakt je pensioen zo stabiel mogelijk. Eén keer per jaar stelt bpfBOUW de hoogte van je pensioen vast. 

Meer kans op verhogen

De buffer die pensioenfondsen onder de vernieuwde regels moeten aanhouden is lager dan nu het geval is. “We moeten nu nog heel veel in de buffer houden”, zegt Lundgren als het over het verhogen van de pensioenen gaat. “Onder de vernieuwde regels kunnen we de pensioenen iets eerder verhogen. En we nemen maatregelen om te voorkomen dat het pensioen van gepensioneerden per jaar teveel verschilt”, zegt ze doelend op de buffer en het spreiden van de beleggingsopbrengsten over 3 jaar. We kunnen de buffer gericht inzetten om een daling van de pensioenuitkering zoveel mogelijk te voorkomen.

Ook Raessens van Bouwend Nederland zegt te hopen dat door de vernieuwde regels straks meer pensioengeld in de pensioenpotten van de deelnemers terecht kan komen. 

Andere veranderingen: partnerpensioen

Naast de veranderingen die voor deelnemers en gepensioneerden gelden, zijn er ook veranderingen op komst voor je partner en kinderen mocht je overlijden. De hoogte van het partner- en wezenpensioen is nu nog gebaseerd op de hoogte van het ouderdomspensioen en het aantal dienstjaren. Volgens Eline Lundgren krijgen nabestaanden daardoor soms veel minder pensioen dan ze verwachten.

Ook deze uitkeringen gaan meebewegen met de resultaten van de beleggingen en kunnen omhoog- of omlaaggaan. 

Nederland, Harderwijk, 6 november 2024. Eline Lundgren – voorzitter bpfBOUW
Foto: Marcel Bakker

Meer mogelijkheden

De vakbonden en de werkgevers hebben in de periode dat ze bezig waren met het opstellen van het transitieplan gekeken naar wat er leeft onder hun achterban.

“Pensioen is een heel belangrijke arbeidsvoorwaarde. We vinden het erg belangrijk dat mensen weten wat ze nu en later kunnen verwachten. Het vernieuwde pensioen biedt ons meer mogelijkheden om dat te laten zien,” zegt Eline Lundgren. Ze doelt op de pensioenpot. ‘Je kunt straks duidelijk zien hoeveel kapitaal je hebt opgebouwd, en wat de verwachting is van het pensioen dat je op basis daarvan later krijgt.” 

Op weg naar 1 januari 2026

Dit jaar zet bpfBOUW alles op alles om op 1 januari 2026 de overstap te kunnen maken. Toezichthouders De Nederlandsche Bank en de AFM kijken mee. En de sociale partners blijven onderdeel van het proces.

BpfBOUW zegt goed op koers te zitten om de overstap te kunnen gaan maken op de 1e dag van 2026. “Ik vind dat de sociale partners met deze afspraken de basis hebben gelegd voor een solide pensioen voor de sectoren in de bouw. Werknemers en gepensioneerden kunnen blijven rekenen op een pensioen dat aansluit op hun salaris. Nederland scoort het hoogst van alle landen als het gaat om het vasthouden van de levensstandaard na pensionering. Dat is zo en dat blijft zo.”

Het vernieuwde pensioenstelsel

Wat betekent dit voor mij?