Veelgestelde vragen

over het vernieuwde pensioenstelsel
Nederland, Leeuwarden, 15 juli 2022.
Renovatie werkzaamheden pand centrum Leeuwarden

Fotografie: Jean-Pierre Jans

Het vernieuwde pensioenstelsel brengt veel vragen met zich mee. Van werknemers, mensen die uit dienst zijn of al met pensioen zijn. Wij helpen je graag met het beantwoorden van deze vragen. 
 

Algemeen

Onze samenleving verandert snel. We worden bijvoorbeeld steeds ouder. Daardoor moeten pensioenfondsen langer pensioen betalen. Ook wisselen we vaker van baan of worden we zzp’er. Daardoor wisselen we van pensioenfonds of zijn we zelfs helemaal niet meer aangesloten bij een pensioenfonds. De nieuwe regels sluiten beter aan bij deze ontwikkelingen.

Op 1 januari 2026 gaat bpfBOUW over op de nieuwe regels voor pensioen. Ook het pensioen van je werknemer valt vanaf dat moment onder het vernieuwde pensioen van bpfBOUW. Veel blijft dan hetzelfde. Mee- en tegenvallers blijven we samen delen en je werknemer krijgt pensioen zo lang hij of zij leeft. Zelfs als je werknemer 120 wordt.

Wil je op de hoogte blijven van nieuws over het vernieuwd pensioen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.

Staat je vraag er niet bij? Neem dan contact met ons op. Wij helpen je graag verder! En beantwoorden wij je vraag zo snel mogelijk.

Plannen en afspraken

Per 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioenen (Wtp) officieel ingegaan. Dat betekent dat alle pensioenfondsen in Nederland uiterlijk 1 januari 2028 moeten zijn overgestapt. BpfBOUW gaat op 1 januari 2026 over op een vernieuwd pensioen. Dat betekent dat voor alle deelnemers op dat moment het vernieuwde pensioen van bpfBOUW geldt.

Vanaf 1 januari 2026 krijgt je werknemer automatisch vernieuwd pensioen. Daar hoeft je werknemer zelf niets voor te doen. Wij begeleiden je werknemer stap voor stap naar het vernieuwde pensioen.

Zorg ervoor dat je werknemer zijn of haar gegevens checkt

In Mijn Bouwpensioen vind je werknemer informatie over zijn of haar pensioen én welke contactgegevens we hebben, zoals het e-mailadres. Deze past je werknemer makkelijk zelf aan. En je werknemer kan gelijk aangeven of hij of zij informatie over het pensioen digitaal wil ontvangen. Dan krijgt je werknemer altijd een e-mail als er belangrijke informatie klaarstaat. Je werknemer logt in met DigiD.

(Ex-) werknemers

Een belangrijke verandering is dat je werknemer een pensioenpot krijgt. Uit deze pensioenpot betalen we straks elke maand het pensioen van je werknemer. De basis voor het vernieuwde pensioen is het geld dat je werknemer samen met jou inlegt. Dat geld komt in de pensioenpot van je werknemer.

BpfBOUW belegt het geld uit alle pensioenpotten. Hierdoor kan de pensioenpot van je werknemer groeien. Het pensioen beweegt mee met de resultaten van de beleggingen. Met een buffer voor iedereen bij bpfBOUW voor zorgen we ervoor dat het pensioen zo stabiel mogelijk blijft.

Het pensioen van je werknemer tot 1 januari 2026 gaat over naar zijn of haar pensioenpot. Het geld dat je samen met je werknemer inlegt voor het pensioen komt ook in deze pensioenpot.

Het geld van alle pensioenpotten samen beleggen we. De resultaten van deze beleggingen verdelen we over de pensioenpotten. Bij beleggen hoort risico. Het resultaat kan goed of minder goed zijn. De pensioenpot gaat hierdoor omhoog en omlaag.

We betalen het pensioen van je werknemer straks uit zijn of haar pensioenpot. Je werknemer kan precies zien hoeveel geld er in de pensioenpot zit. En wat het verwachte pensioen per maand is.

We verwachten dat het pensioen van je werknemer beter is met de nieuwe regels. Is je werknemer rond de 50 jaar? Dan kan het zijn dat hij of zij er niet op vooruitgaat. BpfBOUW kan dan bij de overgang op 1 januari 2026 een vergoeding geven. We willen namelijk dat de pensioenen minimaal gelijk blijven.

De basis voor het vernieuwde pensioen is het geld dat je samen met je werknemer inlegt voor zijn of het pensioen (ook wel pensioenpremie). Dit geld komt samen met het pensioen van je werknemer tot 1 januari 2026, in de pensioenpot. Als je werknemer met pensioen is, betalen we het maandelijks pensioen uit de pensioenpot.

Dat kan helaas niet. De keuzes die je werknemer heeft als hij of zij met pensioen gaat, zijn straks hetzelfde als nu. Het geld in de pensioenpot is echt bedoeld voor het pensioen van je werknemer.

Er wordt wel gewerkt aan een nieuwe keuze waarbij je werknemer een bedrag ineens kan opnemen. Met bedrag ineens krijgt je werknemer tot maximaal 10% van het opgebouwde ouderdomspensioen in 1 keer op de rekening gestort. Het pensioen dat je werknemer elke maand ontvangt, wordt dan wel lager. Je werknemer kan nu nog niet kiezen voor bedrag ineens.

Om een goed pensioen nu én in de toekomst mogelijk te maken, beleggen we het geld uit alle pensioenpotten. Hierdoor beweegt de pensioenpot van je werknemer mee met het resultaat van de beleggingen en de economie. De pensioenpot kan dus omhoog- en omlaaggaan. We hebben goede maatregelen genomen om het pensioen stabiel solide te houden.

Om een goed pensioen nu én in de toekomst mogelijk te maken, beleggen we het geld uit alle pensioenpotten. Bij beleggen hoort ook het nemen van risico. Dit zorgt namelijk meestal voor een hoger rendement. Is je werknemer jong? Dan kunnen we best wat meer risico nemen. Zo groeit de pensioenpot sneller. Maar als je werknemer ouder is, dan zoekt hij of zij zekerheid. Daarom verlagen we als je werknemer ouder wordt het risico van beleggen.

BpfBOUW gaat op 1 januari 2026 over naar de nieuwe regels voor pensioen. Wil je werknemer pensioen meenemen naar bpfBOUW? Of gaat je werknemer uit dienst en wil je werknemer pensioen meenemen naar het nieuwe pensioenfonds? Dan kan dit tijdelijk langer duren.

Heeft je werknemer pensioen bij bpfBOUW en wil je werknemer dit meenemen naar het nieuwe pensioenfonds? Of heeft je werknemer nog pensioen buiten de bouw en wil hij of zij dit meenemen naar bpfBOUW? Dan kan je werknemer hier waardeoverdracht aanvragen. Let op: dit kan langer duren vanwege de overstap naar de nieuwe regels.

Als je werknemer een partner of kinderen heeft, dan regelt bpfBOUW een pensioen voor hen als je werknemer overlijdt. Dat is straks in het vernieuwde pensioenstelsel een percentage van het loon van je werknemer. Het wordt duidelijker hoeveel pensioen de partner of kinderen van je werknemer krijgen.

In het vernieuwde pensioen is er alleen partner- en wezenpensioen geregeld zo lang je werknemer actief pensioen opbouwt bij bpfBOUW. Daarnaast houdt je werknemer het partner- en wezenpensioen dat hij of zij had tot 1 januari 2026.

BpfBOUW legt voor jouw werknemer geld in zijn of haar pensioenpot in voor het deel dat je werknemer arbeidsongeschikt is. Misschien heeft je werknemer ook recht op arbeidsongeschiktheidspensioen als aanvulling op de WIA-uitkering.

AOW is een basispensioen dat je werknemer van de overheid krijgt. Op de website van de SVB ziet je werknemer wanneer hij of zij AOW krijgt. Veel mensen kiezen ervoor om vanaf dat moment ook het pensioen van bpfBOUW in te laten gaan.

Je werknemer kan minder gaan werken en al een deel van het pensioen ontvangen. Onder de nieuwe regels kan je werknemer nog steeds in stappen van 10%, of een veelvoud van 10% (bijvoorbeeld 20% of 50%) met pensioen gaan. Ook blijft gelden dat je werknemer in maximaal 3 stappen volledig, dus voor 100% met pensioen moet gaan. Je werknemer kan het deel waarvoor hij of zij met pensioen gaat dus maximaal 2 keer veranderen.

Partnerpensioen is extra inkomen voor de partner van je werknemer als je werknemer overlijdt. Volgens de nieuwe regels krijgt de partner van je werknemer alleen partnerpensioen als je werknemer overlijdt én nog werkt in de bouw. Daarnaast ontvangt de partner van je werknemer het partnerpensioen dat je werknemer tot 1 januari 2026 had. Want dat blijft staan.

Wil je werknemer ervoor zorgen dat zijn of haar partner een partnerpensioen ontvangt als je werknemer overlijdt nádat je werknemer met pensioen is gegaan? Dan kan je werknemer bij het aanvragen van het pensioen een deel van het ouderdomspensioen omzetten in partnerpensioen.

Wil je werknemer de eerste jaren dat hij of zij met pensioen is meer inkomen hebben dan wanneer hij of zij ouder is? Of juist beginnen met een lager pensioen? Vanaf 1 januari 2026 kan je werknemer nog steeds zelf kiezen hoeveel jaar hij of zij tijdelijk meer of minder pensioen wil.

Hierbij geldt wel dat je werknemer voor maximaal 10 jaar een hoger (of lager) pensioen kan krijgen. En het laagste bedrag moet minimaal 75% zijn van het hoogste bedrag. Het hoogste bedrag mag tot de AOW-datum nog verhoogd worden met maximaal 2x de AOW-uitkering voor een gehuwde.

Gepensioneerden

Ja, deze gelden ook voor gepensioneerden. Lees wat dit precies voor jouw gepensioneerde werknemer betekent.

Het is een belangrijke doelstelling om de pensioenen minimaal gelijk te houden na de overstap op het vernieuwd pensioen van bpfBOUW. Hoe beter onze financiële situatie is, hoe groter de kans dat de pensioenen omhooggaan. We kijken daarbij naar de dekkingsgraad van bpfBOUW op het moment dat we overgaan op het vernieuwde pensioen. Is de dekkingsgraad hoger dan ongeveer 114%, dan wordt alles boven dit percentage over alle deelnemers verdeeld. Dit betekent dat we (een deel van) de gemiste indexatie kunnen compenseren.

Ja, je gepensioneerde werknemer ontvangt zijn of haar leven lang pensioen. Zelfs als hij al 120 is. We houden genoeg geld in een gezamenlijke buffer om te zorgen dat iedereen een goed pensioen ontvangt.

De pensioenpot van je werknemer beweegt straks mee met de beleggingen. De pensioenpot kan dus omhoog- en omlaaggaan. We hebben goede maatregelen genomen om het pensioen stabiel te houden.

Zoals een gezamenlijke buffer voor iedereen bij bpfBOUW. Deze buffer werkt als een soort spaarpot. Als het goed gaat met de economie en de beleggingen stoppen we hier geld in. En als het slecht gaat, halen we hier geld uit. Daarmee vullen we het pensioen aan als je werknemer met pensioen is.

Bovendien spreiden we de resultaten van de beleggingen over een periode van maximaal 3 jaar.

Als je gepensioneerde werknemer overlijdt, krijgen zijn of haar partner of kinderen nog steeds een vast percentage van het ouderdomspensioen. Heeft je werknemer toen hij of zij met pensioen ging het eigen pensioen verhoogd met partnerpensioen? Dan krijgt de partner minder of geen partnerpensioen als je gepensioneerde werknemer overlijdt.

Het partner- en wezenpensioen bewegen straks wel mee met de beleggingen - net als het eigen pensioen. Maar niet veel, omdat we maatregelen nemen om het pensioen zo stabiel mogelijk te houden.