Overlijden

In het verdrietige geval dat een werknemer overlijdt wil je de nabestaanden tot troost zijn. Dan helpt het als ze zich geen financiële zorgen hoeven te maken en pensioen ontvangen. Bekijk waarover je de nabestaanden kunt informeren en wat je als werkgever moet regelen.

 

  • Als een werknemer overlijdt, moet het dienstverband beëindigd worden. Geef het overlijden daarom meteen aan ons door.
  • Het einde van het dienstverband is de dag van overlijden.
  • Wij zetten de pensioenopbouw en het pensioen voor de nabestaanden stop. Jij hoeft hiervoor niets te doen.

Als een werknemer overlijdt moet je de deelname beëindigen. Geef bij de gegevensaanlevering via je salarissoftware of het Selfservice Werkgevers Portaal door op welke dag de werknemer is overleden. Let hierbij goed op het parttimepercentage; dit kan namelijk invloed hebben op de hoogte van het nabestaandenpensioen. Houd het parttimepercentage in de laatste levering gelijk aan wat de overleden werknemer al werkte. Vul als reden uit dienst ‘overlijden’ in. De deelname aan de pensioenregeling stopt bij overlijden van de werknemer.

Woonde de overleden werknemer in Nederland?

Dan hoeven de nabestaanden het overlijden niet aan ons door te geven. De gemeente geeft deze informatie aan ons door.
 

Woonde de overleden werknemer in het buitenland?

Dan is het belangrijk dat de nabestaanden zelf het overlijden aan ons doorgeven. Zij kunnen hiervoor een e-mail sturen naar administratie@bpfbouw.nl, met in de bijlage een kopie van de overlijdensakte. 

Partnerpensioen is het geld dat de partner van je werknemer van ons krijgt als een werknemer overlijdt. Nadat we informatie hebben ontvangen over het overlijden, sturen we de nabestaanden een brief met verdere informatie over het partnerpensioen. Wij betalen het partnerpensioen uit vanaf de maand na het overlijden van de werknemer.

De partner van de werknemer krijgt na het overlijden het partnerpensioen dat de werknemer had kunnen opbouwen tussen 1 januari 2018 en de maand waarin de werknemer 67 zou worden. Hier komt 70% van het ouderdomspensioen bij dat de werknemer heeft opgebouwd tot 1 januari 2018. De werknemer moet op het moment van overlijden wel in de bouw werken.

Werkte een werknemer niet meer in de bouw?

Zijn partner krijgt dan het partnerpensioen dat de werknemer heeft opgebouwd als deelnemer van bpfBOUW. En de werknemer was minimaal 1 jaar met een partner. Was de werknemer minder dan 1 jaar met een partner? Dan is het partnerpensioen lager. De partner krijgt dan het partnerpensioen dat al is opgebouwd, maar niet het partnerpensioen wat de werknemer had kunnen opbouwen vanaf overlijden tot 67 jaar.

Is de werknemer ooit gescheiden? Dan heeft de ex-partner waarschijnlijk recht op een deel van het opgebouwde partnerpensioen. Als de werknemer inmiddels een nieuwe partner heeft, dan kan die waarschijnlijk geen aanspraak maken op het volledige partnerpensioen, omdat een deel naar de ex-partner gaat.

Zodra het overlijden van de werknemer geregistreerd is sturen wij een aanvraagformulier naar de partner, als deze bij bpfBOUW bekend is. Met dit formulier kan de partner wezenpensioen aanvragen voor de minderjarige of studerende kinderen.

Dit weten we alleen als het samenlevingscontract naar ons is opgestuurd. Is dit nooit gebeurd? Dan kan de partner van de werknemer een kopie van het samenlevingscontract sturen naar administratie@bpfbouw.nl. Zo kunnen wij beoordelen of de partner recht heeft op partnerpensioen.