De veranderingen uitgelegd

Voor gepensioneerde werknemers

BpfBOUW gaat 1 januari 2026 over naar de nieuwe regels voor pensioen. Hier lees je meer over de 3 belangrijkste veranderingen in het vernieuwde pensioenstelsel.

1. Pensioen beweegt mee met de beleggingen
2. Buffer voor iedereen bij bpfBOUW
3. Pensioen voor de partner en kinderen van je gepensioneerde werknemer
4. Bekijk de veranderingen per situatie

Pensioenpot beweegt mee met beleggingen

Het pensioen dat je werknemer straks iedere maand ontvangt kan eerder omhoog of omlaaggaan. Dit komt omdat het pensioen van je werknemer meebeweegt met de beleggingen. Dit is beperkt omdat je werknemer al met pensioen is. Daar nemen we maatregelen voor. 

Om een goed pensioen nu én in de toekomst mogelijk te maken, beleggen we het geld uit alle pensioenpotten.

Omdat je werknemer al met pensioen is, beleggen we met minder risico dan we deden toen je werknemer nog werkte. Zo zorgen we voor meer zekerheid van het pensioen dat je werknemer elke maand ontvangt.

Omdat je werknemer met pensioen is, willen we eventuele verlagingen zo klein mogelijk houden. Daar nemen we maatregelen voor:

  • We beleggen met minder risico dan toen je werknemer nog werkte.

  • We spreiden de resultaten van de beleggingen over 3 jaar uit.

  • We houden een buffer aan. Hieronder lees je meer over de buffer.

Deze punten zorgen samen voor meer stabiliteit. 

Minimaal 1 keer in de 5 jaar onderzoeken we hoeveel risico je werknemer bereid is te nemen met zijn/haar pensioen. En hoeveel zekerheid je werknemer wil. De resultaten nemen we mee in de manier waarop we beleggen en hoeveel risico we daarbij nemen. Daar heeft je werknemer dus inspraak in.

We stellen 1 keer per jaar het maandelijks pensioen van je werknemer vast. Dat pensioen blijft het hele jaar hetzelfde. Net als nu laten we je werknemer ieder jaar op tijd weten wat het pensioen het volgende jaar wordt.  

Buffer voor iedereen bij bpfBOUW

BpfBOUW zet geld opzij in een buffer voor iedereen bij ons fonds (ook wel: solidariteitsreserve). Deze houdt het pensioen van je werknemer zo stabiel mogelijk.

Om het maandelijks pensioen van je werknemer zo stabiel mogelijk te houden, zetten we een deel van het resultaat van de beleggingen opzij in een gezamenlijke buffer. Deze buffer werkt als een soort spaarpot. Als het goed gaat met de economie en de beleggingen stoppen we hier geld in. En als het slecht gaat, halen we hier geld uit om de pensioenen aan te vullen. Zo voorkomen we zoveel mogelijk dat het pensioen van je werknemer omlaaggaat.

Met de buffer voorkomen we dat zoveel mogelijk. Zit het zo tegen dat er niet meer genoeg in de buffer zit? Dan verlagen we het pensioen van je werknemer. Dit zou dan zeer waarschijnlijk ook bij de huidige regels voor pensioen het geval zijn.

Pensioen voor de partner en kinderen van je werknemer

Als je werknemer overlijdt wanneer hij/zij al met pensioen is, krijgen de partner of kinderen een vast percentage van het ouderdomspensioen van je werknemer. Het maakt niet uit of de partner al wel of niet met pensioen is. En dit partnerpensioen loopt door zolang de partner van je werknemer leeft.  

Het partner- en wezenpensioen beweegt net als de eigen pensioenpot mee met beleggingen. Dit is beperkt, omdat we maatregelen nemen om het pensioen zo stabiel mogelijk te houden.